Op de stille vroege wintermiddag van 9 november slingerde een lange stoet auto’s zich over de binnenwegen naar Hengstdijk. Wat later was de Catharinakerk geheel gevuld met afwachtende gasten. Nog wat later vulde die kerk zich met klank van prachtige a capella zang. Twee gerenommeerde Zeeuwse koren lieten hier hun kunnen horen. Het eerste – de Koorstichting Cantorij der Basiliek uit Hulst – kwam uit de buurt, het tweede – het Zeeuws Byzantijns Koor Srétenieje – was de Westerschelde overgestoken. Beide koren putten uit dezelfde Christelijke bron, maar staan in verschillende tradities. De Cantorij is een boegbeeld van de katholieke kerkmuziek, Srétenieje vertegenwoordigt de Russisch-orthodoxe liturgie. Die verschillen waren hoorbaar in kleur en klankbeeld van de liederen, maar in intensiteit deden beide tradities niet voor elkaar onder.
Srétenieje bracht o.a. werken van de componisten Bortnianski, Tjesnokov en Tsjaikovski ten gehore en sloot af met enkele kenmerkende liederen uit Russische volksmuziek. De bezoekers genoten afwisselend van ingetogenheid, tragiek en vreugde. Het lukte dirigent Emilia Tabachnik – Li het koor zowel fluisterzacht als tot achtstemmig fortissimo te laten zingen. Het publiek kon vooral de optredens van koorleden-solisten erg waarderen.
De Cantorij der Basiliek, o.l.v. Anton de Kort, bleef met 3 uitvoeringen van het Ave Maria en 2 vertolkingen van het Onze Vader aanvankelijk dichtbij hun roots. Later werd het optreden verbreed naar 20e-eeuwse liederen. Vooral het Prayer for Peace van Margaret Rizza en het n.a.v. de grote tsunami in 2004 geschreven Requiem van Eliza Gylkison wisten het publiek te imponeren.
Het verstilde harpspel van Lidewei Philips, die de instrumentale intermezzi verzorgde, gaven extra cachet aan dit concert.